“Eenwieleren is voor mij de bron van vrijheid en geluk”

Gert-Jan De Vleeschouwer (21) uit het Belgische Zele is sinds augustus 2022 tweevoudig wereldkampioen eenwieleren, namelijk op de 800 meter “standaard” en de marathon “standaard”.
We spreken hem om te horen hoe hij dit bereikt heeft, hoe hij traint, en welke doelen hij nog heeft op eenwielergebied.

Tekst: Klaas Bil. Foto’s: Gert-Jan De Vleeschouwer, Konstantin Hoehne

Gert-Jan, allereerst enorm gefeliciteerd met je wereldtitels 800m en Marathon standaard van Unicon20 in Grenoble! Zijn het je eerste wereldtitels?
Ja inderdaad. Ik heb wel eerder goud gehaald bij wereldkampioenschappen, maar dat was “slechts” in mijn leeftijdsgroep. Dus dan ben je nog geen wereldkampioen.

Laten we bij het begin beginnen: wanneer ben je met eenwieleren begonnen, en hoe kwam dat zo?
Wel, dan gaan we terug naar 2011, toen een klein jongetje genaamd Gert-Jan een eenwielertje kreeg van zijn ouders. Dat was eigenlijk liefde op het eerste gezicht: ik moest en zou dat kunnen! Na een week kon ik mijn eerste metertjes rijden. Toen had ik de “eenwielermicrobe” (in Nederland zegt men “eenwielervirus”) volledig te pakken. Het was elke dag eenwieleren en dat is nooit meer gestopt.

Wanneer kreeg je het idee om hogerop te komen in de eenwielersport?
Dat gebeurde eigenlijk al heel gauw. Drie maanden nadat ik mijn eenwieler had gekregen, deed ik mee aan mijn eerste NK Eenwieleren, mijn vader had dat gevonden via internet. Het ging daar boven verwachting: ik won twee zilveren medailles! 

Ik reed nog steeds elke dag, onder andere naar school, en dat is toch wel de sleutel om snel beter te worden. Het jaar daarop deed ik weer mee aan het NKE, en haalde goud op alle disciplines. In hetzelfde jaar (2012) was er ook een Unicon waar ik één gouden medaille heb behaald. Dat was eigenlijk de start om echt te gaan trainen en steeds beter te worden.

Welke disciplines beoefen je, en waarom juist die?
Ik doe momenteel vooral de langere afstanden op de weg, en alle track disciplines, dus 100m, 400m, 800m, eenbeen, slalom en wheelwalk. Voor de fun doe ik ook wel mee aan cross-country en cyclocross. Vroeger deed ik eigenlijk aan alles mee, bijvoorbeeld ook hoog- en verspringen, basketbal, muni en trucjes. Uiteindelijk bleken Track en Road toch het beste bij me te passen.

Train je het hele jaar door, of heb je ook periodes dat je niet of minder traint? 
Ik gebruik mijn 29” of 32″ eenwieler als dagelijks vervoer, zo onderhoud ik mijn eenwielervaardigheid eigenlijk het hele jaar door. Wat betreft de echte wedstrijdtraining doe ik het in de winter wel rustiger aan. Er zijn dan geen wedstrijden, en dat motiveert ook minder. Vanaf maart ongeveer ga ik specifiek trainen met de 24” op de atletiekbaan. Ik train dan meestal een paar uur per sessie. Daarbij wissel ik intervaltraining af met conditietraining en techniek. 

Hoe heb je die atletiekbaan gevonden, en hoe heb je geregeld dat je daar terecht kunt?
Die baan ligt op zo’n 1,5 kilometer van waar ik woon, dus dat was eigenlijk een heel logische plek. Normaal mag je niet fietsen op een atletiekbaan, maar EC Roadrunners (de eenwielerclub van Zele – KB) heeft van de gemeente een uitzondering gekregen.

Focus je meer op kracht, op uithoudingsvermogen, of op techniek?
Krachttraining doe ik heel zelden. Uithoudingsvermogen train ik door intervaltraining en langere afstanden. Bij de techniektraining gaat het vooral om eenbeen, wheelwalk, slalom, en de starts in het algemeen. Ik train zelden specifiek op snelheid, dat is niet echt mijn sterke punt. Maar ja, misschien zou ik er daarom juist meer aandacht aan moeten geven.

Train je liever alleen of met anderen?
Als ik lange afstanden train doe ik dat het liefst alleen. Ook op de baan train ik meestal alleen, al is mijn vader er dan altijd wel bij, maar soms ook met Mathias (Bracke, zijn neef en plaatsgenoot – KB). Vroeger was EC Roadrunners actiever en trainden we met een heel vriendengroepje, dat was wel gezellig.

Je noemde net je vader, is hij je coach?
Ja, hij is mijn coach, maar ook mijn mecanicien, mijn zaakwaarnemer, en nog veel meer. Hij had laatst voor de grap een heel lijstje gemaakt van wat hij allemaal is. Op de atletiekbaan is hij er altijd bij. Ik word graag getimed, maar dat is lastig om zelf te doen als je rijdt. Hij heeft geen sportopleiding gevolgd, maar hij weet er wel heel veel van, en geeft mij altijd goede tips. Hij maakt ook mijn trainingsschema’s bijvoorbeeld.

Beoefen je ook andere sporten?
Ja, badminton vind ik heel leuk, het staat voor mij helemaal los van het eenwieleren. Ik doe ook wel hardlopen en zwemmen, maar zeker niet competitief. Ik doe dat eigenlijk meer als er wedstrijden aan komen, omdat het volgens mij wel goed is om algemene conditie op te bouwen. 

Hoe belangrijk is het materiaal voor je succes?
Materiaal speelt zeker een rol, maar je hoeft niet per se een heel dure eenwieler te hebben. Belangrijk is dat de eenwieler voor jouzelf goed is, bijvoorbeeld de juiste cranklengte, de juiste pedalen, een zadel waar je comfortabel op zit, een band waarmee je de bochten vlot kunt nemen. Dit alles geldt vooral voor wedstrijden op de weg, waar je veel keuzevrijheid in het materiaal hebt. Bij baanwedstrijden maakt het minder uit, doordat iedereen met ongeveer dezelfde eenwieler rijdt.

Ik ga graag in kleine stapjes naar het  volgende niveau

Hoe veel eenwielers heb je, en welke soorten en maten?
Ik heb negen eenwielers, geloof ik. Het zijn er zo veel omdat ik graag in kleine stapjes naar het volgende “niveau” ga, en daarbij mijn voorgaande eenwielers hou. Na mijn 20″ verjaardags-eenwieler ben ik bijvoorbeeld eerst naar een betere 20” gegaan, heb daarna de stap naar 24” gezet, enzovoort. Inmiddels heb ik alle maten van 20 tot 36 inch, maar bijvoorbeeld nog geen eenwieler met versnelling. Daar zou ik wel meer snelheid uithalen denk ik, maar ik wil altijd eerst het maximale halen uit wat ik heb, voordat ik klaar ben voor een volgende stap.

Wat zijn je sterke punten op eenwielergebied?
Ik denk dat mijn sterkste punt eigenlijk gewoon rijden is. Ik zit helemaal comfortabel op mijn eenwieler, ook in bochtjes of bij obstakels. Al zou ik bijvoorbeeld tegelijk bellen en een ijsje eten, dan nog ben ik volledig op mijn gemak. Ik denk dat dat vooral komt door het dagelijks rijden. Ook al voelt dat niet als trainen, je wordt er onbewust toch heel snel beter van. Verder heb ik van nature een goed uithoudingsvermogen, en ben ik ook behoorlijk explosief ondanks mijn lengte, dat komt natuurlijk goed van pas bij baanwedstrijden.

Waar wil je nog verder aan werken?
Ik doe af en toe een projectje om wat speciaals uit te zoeken en te proberen. Dit jaar was dat het optimaliseren van een ligstuur voor de marathon-eenwieler, omdat bij die snelheid aerodynamica een grote rol speelt. Dat is duidelijk goed geslaagd!
Het volgende dat ik wil proberen zijn klikpedalen, dus dat je voet vast zit aan het pedaal. Sommige toprijders gebruiken dat. Ik was er altijd op tegen omdat het me gevaarlijk leek. Maar ik heb op Unicon met een aantal mensen gesproken, en die hebben me eigenlijk overtuigd om het op zijn minst eens te proberen. Ik ga er over nadenken hoe ik dat ook weer in stapjes kan opbouwen.

Het volgende dat ik wil proberen zijn klikpedalen

Hoe belangrijk is tactiek in Track en Road wedstrijden?
Op veel baanwedstrijden zoals 100 en 400 meter, en ook eenbeen en wheelwalk, blijf je in je eigen baan. Daar komt niet veel tactiek bij kijken, naar mijn mening. Ik kijk niet links of rechts, maar focus volledig op mezelf. Als minder ervaren rijder wil je je nog wel eens laten opjutten door een tegenstander, maar als je boven je eigen maximumsnelheid gaat rijden, is de kans groot dat je valt. 
Bij de 800m, de 10km en de marathon is tactiek wel degelijk belangrijk. Ik heb niet één vaststaande tactiek, maar ik kijk voor de wedstrijd wie mijn tegenstanders zijn. Met mijn vader spit ik alle mogelijke scenario’s door, en bedenken we er een plan voor. Het geeft je natuurlijk een voordeel als je meteen weet hoe je moet reageren op bijvoorbeeld een versnelling.
Ik vind het supertof om die tactieken te bespreken met mijn vader, en de nabespreking achteraf vind ik nog het beste van allemaal!

Je hebt nu twee wereldtitels gewonnen. Welke wedstrijd vond je het spannendst, de finale van de 800m of de marathon?
Oeh, dat is lastig te zeggen! Bij de 800m was mijn tactiek om van begin af aan op kop te rijden, ik had ook de snelste kwalificatietijd dus ik dacht dat dat moest kunnen. En daarna wilde ik blijven pushen en er een snelle race van maken, zodat ik niet in de eindsprint verrast kon worden, want dat is niet mijn sterkste punt zoals ik al zei. Dat was allemaal gelukt, dus eigenlijk was dat niet superspannend.
Bij de marathon heb ik na twee of drie kilometer versneld om te kijken wat mijn tegenstanders waard waren. Ze moesten meteen lossen, dus toen dacht ik: we gaan ervoor, 42 kilometer solo! Het leek wat dat betreft een beetje op de 800m, maar dit was toch spannender. Op zo’n lange afstand weet je nooit of je genoeg energie hebt tot het eind. De laatste vijf kilometer was ik zo verzuurd en verkrampt in mijn rug en benen, dat ik bang werd om te vallen. Ik lag voorover op mijn marathonstuur, maar eigenlijk gewoon omdat ik te moe was om rechtop te zitten. Dat was wel heel eng, vooral met die korte cranks (75 mm!) waarmee je toch al weinig controle hebt. Dus ja, nu ik er over nadenk was de marathon beslist spannender!

Net als in het gewone leven gaat in sport niet altijd alles goed. Wat doe je als het eens tegenzit?
Bij een technische discipline zoals eenbeen kan je altijd vallen, dat hoort bij die wedstrijd. Ik moet me dan tien minuten afzonderen en alles even op een rijtje zetten. Daarna gaat het wel weer, want ik ben redelijk goed in het relativeren van zoiets. 
Tegenslag op de langere termijn, dat het wekenlang niet goed gaat, maak ik eigenlijk niet mee. Hooguit na een blessure, maar dat lost zichzelf op omdat ik het rijden zo leuk vind. Eenwieleren is voor mij de bron van vrijheid en geluk.

Heb je een favoriete eenwielerherinnering?
Ik heb heel veel mooie herinneringen. Om er twee te noemen: de winst op de 5 km bij het NKE van 2012 gaf mij een enorme boost. Dat ging echt als bij het wielrennen: een kopgroepje waar ik uit versnelde. Een prachtig moment! 
En bij Unicon in 2016 had ik een onverwachte tweede plaats bij de marathon, na een geweldige race. Het was onverwacht omdat ik met 89mm cranks reed. Die had ik de dag tevoren aangeschaft omdat ik zag dat de concurrentie die ook had, maar ik was er nog helemaal niet aan gewend. De nabespreking was ook geweldig, zoveel puntjes in de wedstrijd, gevoelens en emoties… dat vond ik echt heel heel leuk!
Ik heb nog meer favorieten, zoals mijn eerste wereldrecord op de IUF slalom in 2016, en natuurlijk mijn twee wereldtitels van dit jaar.

Heb je eenwielervrienden? En zit je bij een club?
Rond 2011 heb ik in Zele een flink aantal vriendjes geïnspireerd om ook te gaan eenwieleren. Uiteindelijk waren we met een vriendengroep van zo’n 25 rijders verenigd in EC Roadrunners Zele. We kwamen wekelijks bij elkaar om een tocht te rijden, of op de atletiekbaan te oefenen, of gewoon trucjes te doen bij iemand thuis. In de puberteit zijn de meesten gestopt met eenwieleren, maar het mooie is: de vriendschap is wel gebleven. Het zijn eigenlijk nu m’n beste vrienden.
De eenwielerwereld is een sympathieke wereld, je maakt makkelijk vrienden. Aan veel wedstrijden heb ik vrienden overgehouden, zoals in Duitsland, Nederland, Frankrijk, Zwitserland, Japan. Bijvoorbeeld met de Boders (het eenwielerende gezin Boder in Duitsland) plannen we een keer per jaar een “Boderweekend”, dat zijn eigenlijk onze beste vrienden geworden.

Ik heb een ultieme droom, maar ik weet niet of dat ooit gaat lukken

Wat motiveert je om door te gaan na zo veel jaar? Heb je als wereldkampioen wel iets om nog naar te streven?
Ik vind eenwieleren oprecht het leukste dat er is. Dus het is voor mij totaal geen opgave om dagelijks te rijden. En omdat ik toch wel een sportershart heb, vind ik het leuk om in de zomermaanden flink te trainen. Ook uit het rijden van de wedstrijden zelf haal ik heel veel plezier. 
En er zijn altijd nog dingen om naar te streven, hoor. Om te beginnen wil ik natuurlijk volgende keer mijn twee wereldtitels verdedigen. Eigenlijk heb ik een ultieme droom, maar ik weet niet of dat ooit gaat lukken, en dat is het wereldrecord IUF slalom onder de 17 seconden brengen (het record staat sinds kort op 17,32 seconden, zij het nog niet officieel, maar Gert-Jan had jarenlang het wereldrecord van 17,59 seconden – KB). Dan is mijn eenwielercarrière volledig geslaagd, en kan ik wel stoppen met eenwieleren. Als het niet lukt blijf ik de rest van mijn leven eenwieleren, dus dat is ook mooi, haha.
Nee maar even serieus: ik heb wel degelijk nog doelen. Ik heb bijvoorbeeld geen eenwieler met versnelling, maar dat is zeker iets waar ik nog naar uitkijk. Dat bedoelde ik daarstraks ook met “alles in stapjes”. Als je niet te gretig bent is er altijd nog een volgende stap.

Doe je iets op eenwielergebied buiten het zelf rijden?
Ja, ik ben lesgever bij circusschool Sarakasi, ik doe daar alleen eenwieleren met een groepje gemotiveerde rijders, vooral trucjes en spelletjes, maar ik heb er ook eenwielerbasketbal gegeven. Workshops geef ik ook wel, bijvoorbeeld bij jullie Eenwielerfestival, alleen dit jaar lukt dat helaas niet. Zelf evenementen organiseren heb ik nog niet gedaan, maar dat zou misschien later nog kunnen als ik als rijder wat meer op de achtergrond raak.

Wat doe je buiten het eenwieleren?
Ik studeer wiskunde aan de universiteit van Gent. Ik ben net begonnen aan mijn tweede masterjaar. Momenteel ben ik op Erasmus-uitwisseling, ik studeer één semester aan de universiteit van Trondheim in Noorwegen. Ik geniet van het studentenleven, zoals uitgaan en sporten met vrienden. Oh ja, en ik geef bijlessen wiskunde aan een paar leerlingen.

Wat zou je adviseren aan iemand die ook wereldkampioen wil worden?
Ik zou niet te veel focussen op het wereldkampioen worden, maar gewoon veel plezier beleven aan het eenwieleren zelf. Dan ga je vanzelf meer rijden, en word je vanzelf beter. Ik zou ook zeker aanraden om aan wedstrijden mee te doen. Het NKE vind ik een zeer goede gelegenheid, maar ook bijvoorbeeld in Duitsland worden veel wedstrijden georganiseerd. Je kunt altijd veel leren van betere rijders, en om tips vragen. Het is ook goed om doelstellingen voor jezelf op te stellen, en daar naar te oefenen. Tenslotte: focussen op de techniek, en vooral geen stapjes overslaan.

Terug naar alle interviews