Beschrijving disciplines

Op deze pagina vind je meer informatie over alle wedstrijdonderdelen die zullen gehouden worden op het NKE 2025.
Er zijn acht disciplines, 100 meter, 50 meter eenbeen, 800 meter, 5 km, 10 km, 10 meter langzaam, verspringen en hoogspringen.

100 meter
100 meter sprint op een recht stuk van de baan.
Er wordt gereden met standaard eenwielers (max 24 inch en max 20 inch voor de 0-10 groep).
Er wordt gereden in reeksen van maximaal vijf rijders. Bij de start mogen de rijders al opgestapt zijn en zich vasthouden aan een startpaal. De rijders rijden in banen.
Een voet aan de grond zetten tijdens de race geldt als DQ (gediskwalificeerd).
De finish dient al rijdend overschreden te worden.
Degene die de 100 meter het snelst aflegt is de winnaar.

50 meter eenbeen
50 meter eenbeen sprint op een recht stuk van de baan.
De eerste 5 meter mogen afgelegd worden met twee voeten op de pedalen, vanaf de 5 meter lijn mag slechts één voet de pedaal raken.
Er wordt gereden met standaard eenwielers (max 24 inch en max 20 inch voor de 0-10 groep).
Er wordt gereden in reeksen van maximaal vijf rijders.
Bij de start mogen de rijders al opgestapt zijn en zich vasthouden aan een startpaal.
De rijders rijden in banen.
Een voet aan de grond zetten tijdens de race geldt als DQ (gediskwalificeerd).
De finish dient al rijdend overschreden te worden.
Degene die de 50 meter het snelst aflegt is de winnaar.

800 meter
800 meter race over ongeveer anderhalve baanronde.
Er wordt gereden met standaard eenwielers (max 24 inch en max 20 inch voor de 0-10 groep).
Er wordt gereden in reeksen van maximaal zeven rijders.
Bij de start mogen de rijders al opgestapt zijn en zich vasthouden aan een startpaal.
De rijders starten in banen maar mogen na enkele 10-tallen meter naar de binnenkant van de baan.
Na een eventuele val mag men terug opstappen en de race verderzetten.
De finish dient al rijdend overschreden te worden.
Degene die de 800 meter het snelst aflegt is de winnaar.

Opmerking i.v.m. reeksindeling 100 meter, 50 meter eenbeen en 800 meter
De deelnemers worden in reeksen ingedeeld naar geslacht en leeftijd.
Er wordt bij de reeksindeling rekening gehouden met de opgegeven tijden, zodat deelnemers van dezelfde sterkte zoveel mogelijk bij elkaar ingedeeld zijn.

10 meter langzaam
De deelnemers dienen zo langzaam mogelijk 10 meter af te leggen op een eenwieler, terwijl men voortdurend vooruit rijdt.
Er geldt geen beperking qua afmetingen van de eenwieler.
Het parcours is een afgebakende strook van 10 meter lang en 15 cm breed. Voor de leeftijdsgroep 0-10 is deze 30 cm breed.
Men moet op de strook blijven en mag op geen enkel moment achteruit rijden of stilstaan, ook niet een klein beetje.
Een voet aan de grond zetten betekent een mislukte poging.
Elke deelnemer krijgt twee pogingen waarvan de langzaamste telt.
De rangschikking wordt bepaald op basis van de langzaamste tijd per deelnemer.

5 km – standaard
5 km race over iets meer dan 3 baanrondes.
Er wordt gereden met standaard eenwielers (max 24 inch en max 20 inch voor de 0-10 groep).
De deelnemers starten allemaal samen en rijden samen in 1 race.
Bij de start mogen de rijders al opgestapt zijn en zich vasthouden aan dranghekkens of aan elkaar.
Na een eventuele val mag men terug opstappen en de race verderzetten.
De finish dient al rijdend overschreden te worden.
Degene die de 5 km het snelst aflegt is de winnaar.

10 km – unlimited ungeared
10 km race over 5 baanronden.
Er geldt geen beperking qua afmetingen van de eenwieler.
Versnelling is NIET toegelaten.
De deelnemers starten allemaal samen en rijden samen in 1 race.
Bij de start mogen de rijders al opgestapt zijn en zich vasthouden aan dranghekkens of aan elkaar.
Na een eventuele val mag men terug opstappen en de race verderzetten.
De finish dient al rijdend overschreden te worden.
Degene die de 10 km het snelst aflegt is de winnaar.

Verspringen
De deelnemers dienen zo ver mogelijk te springen van voor de startlat tot achter de landingslat zonder af te stappen of te vallen.
Na de landing moet de deelnemer nog een stukje doorrijden tot over de finishstreep.
Het is toegestaan om voorwaarts (met aanloop) of zijwaarts te springen.
De latten en de ruimte daartussen mogen niet aangeraakt worden. Wanneer dit wel gebeurt is de sprong ongeldig.

Elke deelnemer krijgt 2 pogingen per afstand met een maximum van 6 sprongen over alle afstanden.
Alleen als de sprong goed genomen is, mag de deelnemer een sprong met een grotere afstand maken. Bij een foutsprong mag de afstand niet worden verkleind.

De beginafstand wordt bepaald door de deelnemer; de minimum beginafstand is 10 cm. De afstand gaat in veelvouden van 5 centimeter omhoog. Er mogen dus ook stappen gemaakt worden van 10, 15, 20 cm, etc. De rangschikking wordt bepaald op basis van de verste afstand per deelnemer.
Er geldt geen beperking aan de afmetingen van de eenwieler.
Omdat een filmpje vaak veel duidelijker is dan een stuk tekst hieronder een filmpje waarin verspringen wordt uitgelegd. Goed om te weten: in het filmpje wordt gesproken over maximaal 3 pogingen per afstand en 12 in totaal. Dat geldt bijvoorbeeld bij WK’s. Op het NKE krijg je maximaal 2 pogingen per afstand en 6 in totaal.


Hoogspringen
De deelnemers dienen met de eenwieler over een bar te springen.
Het is toegestaan om voorwaarts (met aanloop) of zijwaarts te springen.
De sprong is geldig als de bar overschreden wordt, en de landing in controle gebeurt, dit wil zeggen dat men op de eenwieler blijven zonder een voet aan de grond te zetten.
Na de landing moet de deelnemer nog een stukje doorrijden tot over de finishstreep.
De bar mag geraakt worden maar mag niet naar beneden vallen.

Elke deelnemer krijgt 2 pogingen per hoogte met een maximum van 6 sprongen over alle hoogtes.
Alleen als de sprong goed genomen is, mag de deelnemer een sprong met een grotere hoogte maken. Bij een foutsprong mag de afstand niet worden verkleind.

De beginhoogte wordt bepaald door de deelnemer; de minimum beginhoogte is 5 cm. De hoogte gaat in veelvouden van 3 centimeter omhoog. Er mogen ook grotere stappen gemaakt worden die een veelvoud van 3 zijn. De rangschikking wordt bepaald op basis van de hoogste sprong per deelnemer.

Er gelden geen beperkingen aan de afmetingen van de eenwieler.